Het Kabinet Balkenende II wil werknemers ontmoedigen om eerder dan de officiële pensioenleeftijd van 65 jaar te stoppen met werken. Het Kabinet schaft een aantal fiscale maatregelen die het aantrekkelijk maken om eerder met werken te stoppen af.
VUT wordt onaantrekkelijk voor iedereen die jonger is dan 55 jaar
Alleen voor werknemers die per 1 januari 2005 55 jaar of ouder zijn zal de premie voor de Vervroegde Uittreden regeling aftrekbaar blijven. Voor de overige werknemers betekent dit dat de VUT-regeling te duur zal worden en daarmee zal ophouden te bestaan.
Ook prepensioen onaantrekkelijk voor iedereen die jonger is dan 55 jaar
Ook de aftrekbaarheid van de prepensioenregeling is vanaf 1 januari 2006 niet langer aftrekbaar voor werknemers die per 1 januari 2005 jonger dan 55 jaar zijn. De enige tegemoetkoming is dat de premie die deze werknemers nu betalen voor hun prepensioen
gestort mag worden in hun ouderdomspensioen. Hiermee gaat het pensioen dus later in maar wordt de uitkering hoger.
Invoering levensloopregeling
Vanaf 1 januari 2006 kan elke werknemer deelnemen aan de levensloopregeling.
Samengevat komt deze regeling neer op het volgende:
Werknemers mogen jaarlijks tot 12% van het brutosalaris sparen. In totaal tot een maximum van 210% van het brutosalaris. Dit staat gelijk aan 2,1 jaar verlof tegen het volledige inkomen of 3 jaar tegen 70% van het laatste inkomen.
Het gespaarde saldo mag worden gebruikt om eerder met pensioen te gaan.
Ook mag het gespaarde bedrag worden gebruikt om voor een langere periode onbetaald verlof bij uw werkgever op te nemen.
Lijfrente blijft mogelijk voor echt pensioen
Een lijfrenteverzekering mag alleen nog maar worden gebruikt voor de aankoop van een levenslange lijfrente/uitkering. En niet meer voor bijvoorbeeld een overbruggingslijfrente. Dit laatste gebeurde veel om bijvoorbeeld te kunnen stoppen op het 60e levensjaar waarbij via de overbruggingslijfrente gedurende 5 jaar een bedrag vrijkwam. Vervolgens ging dan het ’echte’ pensioen op het 65ste jaar in.