Dekkingsgraad, lage rente en uw pensioen

Dekkingsgraad, rente, indexering, premieverhoging en korten op de uitkering. Als het om de pensioenen gaat, vliegen de termen u om de oren. Dat het met de pensioenfondsen niet goed gaat, is duidelijk. Maar hoe zit dat nu precies?

 

Als u in loondienst bent, bouwt u waarschijnlijk pensioen op bij uw werkgever. De kans is groot dat dit gebeurt via een pensioenfonds. Het pensioenfonds verplicht zich om aan de deelnemers na hun pensionering pensioen uit te keren. Het vermogen in het pensioenfonds moet zo groot zijn dat je ervan uit kunt gaan dat er aan alle verplichtingen voldaan kan worden. De verhouding tussen vermogen en verplichtingen wordt dekkingsgraad genoemd.

 

Pensioenvermogen op peil
Er moet in het fonds niet alleen voldoende zitten om de pensioenen van de huidige gepensioneerden uit te keren. Er moet ook genoeg overblijven voor de pensioenen van de dertigers, veertigers en vijftigers die over enkele decennia stoppen met werken. Om te kunnen bepalen of hun vermogen de volgende veertig jaar op peil blijft, moeten pensioenfondsen weten wat zij nu aan vermogen hebben, maar ook hoe zich dat in de loop van de jaren ontwikkelt. Als de dekkingsgraad 100% is, kun je erop vertrouwen dat het pensioenfondsvermogen zich zo ontwikkelt dat aan alle verplichtingen voldaan kan worden. Maar hoe wordt die dekkingsgraad vastgesteld?

 

Voorzichtige prognoses
Een pensioenfonds wordt voor 20% gespekt door de inleg van de deelnemers en voor 80% door beleggingsopbrengsten. De beleggingsopbrengsten zijn echter onzeker. Een pensioenfonds kan bijvoorbeeld dit jaar 8% rendement behalen. Maar dat mag niet het uitgangspunt zijn bij het maken van een prognose voor de komende veertig jaar. Het rendement kan immers volgend jaar wel -8% zijn. De pensioenwet is daarom duidelijk: pensioenfondsen moeten heel voorzichtig zijn bij het maken van een berekening. Zij moeten uitgaan van een rekenrente die is afgeleid van de marktrente. Sinds de economische crisis ligt deze marktrente heel laag. De prognoses van de pensioenfondsen zijn daardoor niet florissant en de dekkingsgraden zijn dan ook te laag. Terwijl de werkelijke rendementen de afgelopen jaren vaak prima waren. Pas als de rente weer gaat stijgen, verandert de rekensom en gaan de dekkingsgraden weer omhoog.

 

Ingrijpen
Pensioenfondsen mogen er door de lage dekkingsgraad niet vanuit gaan dat zij aan al hun (toekomstige) verplichtingen kunnen voldoen. Zij moeten daarom ingrijpen. Ze kunnen de pensioenpremies verhogen zodat er meer in de pensioenpot vloeit. Of ze kunnen er voor zorgen dat er minder uitgaat door de pensioenuitkeringen niet aan te passen voor de inflatie (indexering) of zelfs door op de pensioenuitkeringen te korten. Dat laatste dreigt volgend jaar te gebeuren.

 

Misverstanden
Een lage dekkingsgraad wil niet zeggen dat er te weinig in de pensioenpot zit om de huidige pensioenen uit te keren, zoals sommige mensen denken. Ook wil het niet zeggen dat het beleggingsbeleid van het pensioenfonds niet deugt. Het wil alleen zeggen dat, als we voor de ontwikkeling van het pensioenvermogen uitgaan van de rente, er op den duur te weinig is om ook de jongere generatie van nu straks te geven waar zij recht op hebben. Daarom moet er nu gecorrigeerd worden.