Veel veranderingen in de WW

In 2006 zijn er verschillende veranderingen in de Werkloosheidswet doorgevoerd.

 

Recentelijk zijn de hoogte en de duur van de WW-uitkering aangepast. We zetten de belangrijkste wijzigingen graag voor u op een rijtje.

De hoogte van de WW-uitkering bedraagt tegenwoordig in de eerste twee maanden 75 procent van het laatstverdiende loon (tot een bepaald maximum). Na die twee maanden gaat dat percentage omlaag naar 70. 

Om in aanmerking te komen voor een volledige WW-uitkering moet u aan een jareneis en een wekeneis voldoen. De jareneis betekent dat u in vier van de vijf voorgaande jaren minstens 52 dagen in loondienst bent geweest. De wekeneis houdt in dat u in de 36 weken voor de eerste werkloosheidsdag minimaal 26 weken in loondienst gewerkt heeft. 

Voldoet u wel aan de wekeneis maar niet aan de jareneis, dan heeft u recht op een WW-uitkering van drie maanden. Voldoet u aan beide eisen, dan ontvangt u maximaal zoveel maanden uitkering als u in jaren gewerkt heeft. Dus, heeft u een arbeidsverleden van 24 jaar dan ontvangt u maximaal twee jaar een WW-uitkering. U kunt nooit langer dan 38 maanden een WW-uitkering ontvangen. 

Er zijn nog meer veranderingen in de WW. U hoeft tegenwoordig bijvoorbeeld niet meer te protesteren tegen uw ontslag om in aanmerking te komen voor een WW-uitkering en het is makkelijker geworden om vanuit een WW-uitkering een eigen bedrijf te starten.

Het kan verstandig zijn om advies in te winnen wat het voor uw financiële positie zou betekenen als u werkloos wordt. Neem daarvoor contact met ons op. Wij zetten de mogelijke gevolgen voor u op een rijtje en bekijken samen met u welke oplossingen er voor u zijn.