Er is een nieuw erfrecht op komst, dat vermoedelijk per 1 januari a.s. zal worden ingevoerd. Belangrijkste verandering is dat een betere bescherming wordt geboden aan de overgebleven echtgenoot of echtgenote (’langstlevende’).
Deze krijgt in principe alle goederen en vermogen toebedeeld, terwijl de kinderen op hem of haar een geldvordering krijgen, die opvorderbaar wordt op het moment dat de langstlevende overlijdt of failliet gaat.
In feite wordt in de nieuwe wet vastgelegd wat veel mensen tot dusver in een testament bij de notaris hebben laten vastleggen. Wie hiervan wil afwijken, zal dit alsnog testamentair moeten regelen.
Voorts krijgen kinderen zogeheten wilsrechten. Als de langstlevende partner een stiefouder is, dan krijgt deze weliswaar het vruchtgebruik over de spullen, maar hebben kinderen de mogelijkheid om de geldswaarde van hun vordering om te zetten in het eigendom van bepaalde goederen, zoals bijvoorbeeld dierbare familiebezittingen. Er zijn voorts situaties waarin kinderen zekerheid over hun erfdeel kunnen afdwingen, bijvoorbeeld wanneer hun ouder in gemeenschap van goederen hertrouwt.
Tevens is het in de nieuwe situatie onmogelijk om (een van) de kinderen volledig te onterven. Er blijft altijd aanspraak bestaan op een legitieme portie, al wordt deze in het nieuwe erfrecht wel teruggebracht tot de helft van het wettelijke erfdeel.